Denemarken is een aanrader !

Voor deze zomer hadden wij met onze Tradewind Atoll ‘Rob Roy’ een reis naar Denemarken gepland met vertrek midden juni en terugkomst begin augustus.Op het traject naar Cuxhaven (heen en terug) had ik Frits (Marina’s vader 85 jr.) als bemanning en daartussen waren er de meeste tijd 2 opstappers en mijn (grote) hond aan boord en dat was prima te doen op deze toch kleine Tradewind Atoll.

Bij het vertrek stond er dagen lang een harde NW wind en kozen we voor de staandemast route tot Delfzijl en van daaruit via het wantij onder Juist naar Nordeney. Met HW is er ruim voldoende diepte op het wantij wat we ook nodig hadden om uit te kunnen wijken voor een grote veerboot die ons tegemoet kwam.

In Nordeney een rustdag ingelast en het leek me verstandig een kijkje te nemen bij de W-punt van Nordeney om de zeegang in het zeegat te bekijken. Die viel gezien de harde wind best mee dus de volgende dag vertrokken richting Cuxhaven via het Dovetief. Het ronden van de punt was inderdaad geen probleem bij NW5 maar het venijn zat hem in het wat verder gelegen Dovetief.

Daar stond een forse grondzee met golven van 3-4 meter maar dat kon de boot prima aan.  Eén golf brak jammer genoeg over de boot en ik werd, na net in de kuip te zijn gekomen, verrast en het volgende moment lag ik in het gangboord tegen de (gelukkig) stevige zeereling. Behalve een gekwetst ego en blauwe plek geen verdere schade en verliep de trip zonder problemen. De boot hield zich uitstekend in een toch wel erg knobbelige zee en met stroom mee vlogen we de Elbe op naar Cuxhaven.

 

Veel bekijks

Daar wisselde ik van bemanning en met Marina, Heddy en Badger (hond) verder door Noord-Oostzee kanaal op weg naar Denemarken. Na de sluis in Holtenau (de zeesluis want de jachtsluis is al jaren niet meer in gebruik) kwamen we in de drukte van de Kielerwoche en trok de kleine Atoll  tussen alle grote boten tot mijn verbazing veel bekijks. De daarop volgende weken hebben we voornamelijk de Kleine Belt en de daar aangelegen fjorden bekeken.

Opvallend was dat de Denen gek zijn op BBQ-en en veel havens hebben grote BBQ’s voor algemeen gebruik, soms zelfs door de havenmeester aangestoken. Al gauw kregen we gezelschap van 2 andere Nederlandse boten en hebben een tijd gezamenlijk opgetrokken. Dit kwam mooi van pas toen we plotseling problemen kregen met het koelwater. Dit gebeurde in de Kleine Belt t.h.v. Federicia zonder wind op een knobbelige zee. Na controle van de impeller en (niet verstopte) slangen gelukkig een sleepje gekregen van Peter en Diane met hun Beneteau 40. Toen na ½ uur de wind opstak los gegooid en de zeilen gehesen en met een bakstag wind naar Brejning gevaren. Peter dacht met alleen z’n grote genua een oogje in het zeil te kunnen houden maar moest al gauw zijn grootzeil bijzetten om in de buurt te kunnen blijven. In de haven gelukkig het probleem op kunnen lossen, het bleek dat de slangen naar de wierpot (hoewel ze met de hand niet los te krijgen waren en niet lekten) iets lucht doorlieten. Slangklemmen aan gedraaid en nooit meer problemen gehad.

Aanrader
Hoe is Denemarken bevallen? Heel goed, het is een mooi afwisselend landschap, het zeilen is veel prettiger dan op de Noordzee (er bouwt niet gauw een hoge zee op, deed me denken aan het IJsselmeer), leuke havens, minder drukte op het water en het weer was uitzonderlijk mooi (1 week regen van de 8). Wel is het nodig lange landvasten te hebben want de boxen zijn veel langer dan in Nederland.

In de laatste week kreeg ik met een raar fenomeen te maken. Op weg naar Strande (Kieler Bucht) voer ik (solo) bij de landtong met tussen mij en de kust 2 grote 2-masters en in de vaarroute een groot passagiersschip. Ineens leek de kust in de mist te verdwijnen hoewel er flink wind stond. Even later bleek dat er een forse hagelbui (begin augustus!) over me heen trok waarbij het zicht nog maar 20m werd. Gelukkig klaarde het na 10 min. weer op en waren de overige schepen nog steeds op veilige afstand.

De terugreis verliep in dagtripjes, met deels weinig wind, probleemloos over zee. Eerst Wangerooge, hier is de haveninvaart met HW probleemloos maar anders strak (10m) langs de prikken aan de W-kant van de invaart varen. Er waren die dag 2 boten aan de grond gelopen, een bijna dagelijks fenomeen volgens de havenmeester. Vervolgens via Nordeney en Borkum naar Delfzijl.

Conclusie: Denemarken is een aanrader en we zullen er zeker nog eens heengaan.

Robert de Rooij

Route:

Via staandemast route naar Delfzijl, dan over wantij bij Juist naar Nordeney,  over zee naar Cuxhaven, via Brunsbüttel naar Rendsburg (Noord-Oostzee kanaal) via Holtenau naar Laboe, Schleimunde, Maasholm, Sonderborg, Dyvig, Ärø, Middelfart, via Kleine Belt naar Brejning, Juelsminde, Endelave, Rosenvold, Skærbæk, Kolding, Ärøsund, Høruphav, Marina Minde (Rendbjerg), Flensburg, Schausende, Fahrensodde, Langballigau, Glücksburg, Gråsten,  Strande, Rendsburg, tussen de palen bij kom Holstenau aan het  kanaal, Cuxhaven, Wangerooge, Nordeney, Borkum, Delfzijl.